02 February 2015

Dood

Hoe bereid je je voor op iets als de dood?
Mijn grootvader weet het ook niet.

De man is 97 en ligt te bed in het woonzorgcentrum Gravenkasteel in Lippelo. 

Hij woont er sinds medio september met zijn vrouw Mitteke. Zij wordt er straks 102 en praat niet over doodgaan. Eraan denken doet ze wel. Dat is duidelijk, want ze geeft instructies over hoe ze het allemaal geregeld wil: in de kerk van Sint-Amands, want die is mooier, intiemer dan die van Oppuurs en dat ene liedje van Kris De Bruyne over de Schelde, mag zeker niet ontbreken. (Het wordt trouwens tijd dat ik het eens ergens vind, want straks is het zover en weet ik niet waar ik het moet gaan zoeken. - Neen, er is nog tijd genoeg. Maar bij deze heb ik het toch even snel gedaan: Sint-Amands aan de Schelde.)
Chris De Bruyne aan de kaai in Sint-Amands
Mitteke en Frans hebben een tijd lang in Sint-Amands gewoond. Frans was er conciërge van de tannerie, de leerlooierij. Enkele jaren na de sluiting in 1959 zijn ze naar Oppuurs verhuisd waar ze 47 jaar samen in hun huis in de wijk woonden. "Waar ons huis nu staat was vroeger een boerderij, wij wonen in de stal. En Maria, onze engelbewaarder, haar huis stond er al toen wij bouwden, zij woont in het woonhuis van de boerderij." 
de tannerie
Nu woon ik in de wijk samen met mijn man en onze Peter en ons Bomma in Lippelodorp nummer 4 samen met zo'n tweehonderd zorgbehoevende ouderlingen. 

"Ik ben hier den oudste mannelijke bewoner.", aldus onze Peter. Zijn concentratiespelleke snappen zijn medebewoners niet. "Die mensen zijn hier in niks geïnteresseerd. Dat spreekt ni aan tafel, da klapt over niks. En kaarten, daar heeft niemand hier kaas van gegeten.Maar de verpleging is gedienstig, daar kunde niks teveel aan vragen."

"Wij hebben genen thuis meer", jammert ons Bomma. Zoiets gaat door merg en been, maar we blijven koelbloedig: "Allé Bomma dat is hier toch goed, ge kunt toch nergens ni beter zijn dan hier." Als we het zouden menen, zou het mooi zijn.
Maar het is dubbel, iedereen weet dat ze in hun eigen huis geen leven meer hadden. Mentaal zijn ze quasi perfect in orde, maar fysiek gaat het niet meer. Dan moeten er zulke keuzes gemaakt worden. "Ja manneke, dit is ons laatste stationneke. Na dit gaan we nergens ni meer naartoe." Zo is dat Peter, maar dat wil ni zeggen dat het geen plezant stationneke kan zijn. Hij begrijpt dat, ons Bomma ziet het zo niet.  

Sinds een dikke week ligt onze Peter in zijn bed zonder er nog uit te komen. Een bronchitis was de aanleiding, maar het begint er stilaan op te lijken dat het meer is dan dat. De goesting is over. Hij wil niet meer. "'t Is goe geweest Manneke, ik wilde da'k kon gaan.
Onze Peter en ons Bomma thuis op het Kruisveld
Vandaag zijn ze 69 jaar getrouwd, onze Peter en ons Bomma. Daar moeten we een glaske op drinken. En petit comité verzamelen we op hun kamer waar we een verpleegster treffen die met onze Peter een gesprek voert. De termen palliatieve begeleiding, niet meer ingrijpen als er iets gebeurt, een papier ondertekenen zweven door de kamer. 

Het is tegelijk surreëel en heel erg echt en oprecht. 
"Ik vind dit zware kost zo op de rand van het graf.", zegt ons Bomma. "En dat gesprek ga ik nog heel de nacht mogen horen.", voegt ze eraan toe. Ja onze Peter babbelt over zo'n dingen, hij noemt ze bij naam. Voor ons Bomma is dat allemaal ni nodig, we zien wel wat er komt. 
Als de verpleegster weg is, vraagt onze Peter iets om te kalmeren. We kraken het fleske champagne en klinken erop. Waarop? Op een wonderlijk lang huwelijk of op de dood? Wat maakt het uit? De toost is geladen met liefde en dat is wat telt. 
Onze Peter met Kerst 2014

Ons Bomma met Kerst 2014








  

  

No comments:

Post a Comment

Hoi,
Tof dat je mij iets wil vertellen!
Groetjes,
Sara