02 May 2015

Tot weerzien bij God


 Toen onze Peter nog in goeien doen was en dat is nog tot niet zo lang gelederen  dan vroegen we hem regelmatig: “Peter, hoe is het ermee?” Zijn antwoord was  dan steevast: “Op zijn Peters hé, Manneke.” Wat dat dan juist betekende dat wist niemand, maar we namen het altijd positief. Want onze Peter leek altijd content. We hebben hem nooit contrair gezien en hij zat zelfs altijd vol gezonde humor.
De laatste maanden moesten we die vraag niet meer stellen. Onze Peter was onze Peter niet meer. We vonden hem zelfs op momenten nen echte zagevent. Als we enthousiast zijn kamer binnen kwamen en nog voor we iets konden zeggen werden weggestuurd met een snauw en de boodschap: “Mag ik nu rusten!” Dan was ik op mijn tenen getrapt en dacht: “Ge zou beter uw energie steken in te willen leven dan in u kwaad te maken.”
Maar dat was niet eerlijk.
Wij wilden dat hij bij ons bleef en hij wilde gaan. We kunnen ons niet herinneren dat onze Peter ooit zo overtuigend iets gewild heeft, dan te mogen vertrekken. En wij maar aan zijn mouw trekken. Dat moet echt ambetant geweest zijn voor hem. En egoïstisch van ons. Hij wilde afscheid nemen, maar wij nog niet.
Onze Peter heeft dat goed gedaan. Hij heeft zijn moment goed gekozen en hij heeft ons goed voorbereidZonder al dat zogezegd gezaag, die eindeloze gebeden en zijn gecommandeer, hadden we voor een grote verrassing gestaan. Nu wisten we wat er ging gebeuren, hij heeft het ons zelf verteld. ( Enkele maanden geleden op zijn huwelijksverjaardag, schreef ik nog een blogbericht over zijn wens om te gaan.) 


En natuurlijk komt het hard aan. Een uniek mens is er niet meer, de familie is onthoofd. Maar we moeten kunnen toegeven dat we vooral dankbaar zijn. Om de vele mooie jaren gevuld met onvergetelijke Peter momenten. Dankbaar om de wijsheid de raadselkes, de gedichtjes en de uitvindingen die hij heeft achtergelaten. In de stelten, den bakfiets, de klakkebus, het bottenplankske en in ons hart, daar zit onze Peter nu.
Peterke jong, zijt gerust, we nemen geen afscheid, maar zeggen met veel vertrouwen: 
Tot weerzien bij god.”